Pools A1.9: Dagen van de week en dagdelen

Dni tygodnia i części dnia

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Nazwij dzień i godzinę. (Noem de dag en het tijdstip.)
  2. Opisz aktywność każdej osoby. (Beschrijf de activiteit van elke persoon.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Jest środa rano.

Het is woensdagochtend.

Jest sobotni wieczór.

Het is zaterdagavond.

Jest wtorkowe popołudnie.

Het is dinsdagmiddag.

Maria uczy się rano w czwartek.

Op donderdag studeert Maria 's ochtends.

W sobotę po południu przygotowuje ciasto.

Op zaterdag maakt hij 's middags een taart.

W piątek przyjaciele świętują w nocy.

Op vrijdag vieren de vrienden 's avonds.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 4: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Toon vertaling
W poniedziałek rano idę do pracy.
Wieczorem w sobotę oglądam film z rodziną.
W niedzielę po południu spotykam się z przyjaciółmi.
Rano we wtorek robię zakupy na targu.

Oefening 5: Clusteren van woorden

Instructie: Wijs de woorden toe aan twee categorieën op basis van hun dagelijks gebruik en betekenis.

Dni tygodnia

Części dnia

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏