A1.14: Kalenderdata en feestdagen

Daty i święta kalendarzowe

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Podaj nazwę święta i jego datę. (Noem de naam van de feestdag en de datum ervan.)
  2. Jakie masz plany na święta? Z kim zamierzasz je spędzić? (Wat zijn je plannen voor de feestdagen? Met wie ga je het doorbrengen?)
  3. Jaki jest dzisiaj dzień? (Welke dag is het vandaag?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Boże Narodzenie jest dwudziestego piątego grudnia.

Kerstmis is op vijfentwintig december.

Wakacje letnie są w lipcu i sierpniu.

Zomervakantie is in juli en augustus.

Wielkanoc zawsze wypada innego dnia.

Pasen valt altijd op een andere datum.

Planuję świętować Boże Narodzenie z rodziną.

Ik ben van plan om kerst met mijn familie te vieren.

Zamierzam świętować Nowy Rok z przyjaciółmi.

Ik ga nieuwjaar vieren met mijn vrienden.

Dziś jest czternasty lutego 2025 roku.

Vandaag is het veertiende februari 2025.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
Narodzenie | Boże | w | Polsce? | Kiedy | jest
Kiedy jest Boże Narodzenie w Polsce?
(Wanneer is kerstmis in Polen?)
2.
Maja. | czyli święto | Dzisiaj jest | Konstytucji 3 | trzeci maja,
Dzisiaj jest trzeci maja, czyli święto Konstytucji 3 Maja.
(Vandaag is het drie mei, oftewel de feestdag van de Grondwet van 3 mei.)
3.
wiesz, | kiedy | obchodzimy | Wielkanoc? | Czy
Czy wiesz, kiedy obchodzimy Wielkanoc?
(Weet je wanneer we Pasen vieren?)
4.
obchodzimy Dzień | Wszystkich Świętych. | W Polsce | 1 listopada
W Polsce 1 listopada obchodzimy Dzień Wszystkich Świętych.
(In Polen vieren we op 1 november Allerheiligen.)
5.
Nowy Rok. | się na | Moja rodzina | zawsze spotyka
Moja rodzina zawsze spotyka się na Nowy Rok.
(Mijn familie komt altijd samen met Nieuwjaar.)
6.
Święto Pracy | pierwszego maja. | cię na | Chcę zaprosić
Chcę zaprosić cię na Święto Pracy pierwszego maja.
(Ik wil je uitnodigen voor de Dag van de Arbeid op 1 mei.)

Oefening 4: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Bo7ce Narodzenie jest w grudniu co roku. (Kerstmis is elk jaar in december.)
Moje urodziny s05 15 maja. (Mijn verjaardag is op 15 mei.)
Wielkanoc cz19sto przypada w marcu lub w kwietniu. (Pasen valt meestal in maart of april.)
Dzie44 Niepodleg42o5bci w Polsce to 11 listopada. (De nationale feestdag van Polen is op 11 november.)

Oefening 5: Clusteren van woorden

Instructie: Sleep de woorden naar de juiste categorieën: Feestdagen of Kalenderdata.

Święta

Daty kalendarzowe

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏