A1.15: Dagelijks eten

Codzienne jedzenie

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Powiedz, co robią ludzie na zdjęciu. (Zeg wat de mensen op de foto doen.)
  2. Podaj nazwy potraw na zdjęciach. (Zeg de naam van de gerechten op de foto's.)
  3. Co jesz lub pijesz? (Wat eet of drink je?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Dziewczynka je kanapkę.

Het meisje eet een boterham.

Mężczyzna pije wodę.

De man drinkt water.

Chłopiec je jajka.

De jongen eet eieren.

Kobieta pije kawę.

De vrouw drinkt een koffie.

Lubię herbatę na śniadanie.

Ik hou van thee bij het ontbijt.

Piję wodę.

Ik drink water.

Jem chleb z serem.

Ik eet brood met kaas.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
na | śniadanie? | jesz | Co
Co jesz na śniadanie?
(Wat eet je als ontbijt?)
2.
mlekiem. | Piję | herbatę | z
Piję herbatę z mlekiem.
(Ik drink thee met melk.)
3.
z | chleb | Lubię | serem. | jeść
Lubię jeść chleb z serem.
(Ik houd ervan om brood met kaas te eten.)
4.
jem | zupę | kurczaka. | obiad | i | Na
Na obiad jem zupę i kurczaka.
(Ik eet soep en kip als lunch.)
5.
wodę. | i | jem | piję | jabłko | Codziennie
Codziennie jem jabłko i piję wodę.
(Ik eet elke dag een appel en drink water.)
6.
na | Co | kolację? | chcesz | zjeść
Co chcesz zjeść na kolację?
(Wat wil je eten voor het avondeten?)

Oefening 4: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Codziennie rano piję kawę z mlekiem. (Elke ochtend drink ik koffie met melk.)
Na obiad często jem zupę pomidorową. (Ik eet vaak tomatensoep als lunch.)
Wieczorem lubię pić herbatę z cytryną. (Ik drink graag thee met citroen in de avond.)
Na śniadanie jem chleb z masłem i dżemem. (Ik eet brood met boter en jam als ontbijt.)

Oefening 5: Clusteren van woorden

Instructie: Wijs woorden toe aan twee categorieën die verband houden met dagelijks eten.

Jedzenie – produkty, które jemy

Napoje – to, co pijemy

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏