Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Opisz kolory ubrań. (Beschrijf de kleuren van de kleding.)
- Opisz kolor włosów każdej osoby. (Beschrijf de haarkleur van elke persoon.)
- Opisz swój wygląd. (Beschrijf je eigen uiterlijk.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Buty są białe. De schoenen zijn wit. |
Ona ma brązowe włosy. Zij heeft bruin haar. |
Kobieta ma na sobie żółty garnitur. De vrouw draagt een gele jurk. |
Ma blond włosy. Zij heeft blond haar. |
Mam na sobie fioletową bluzkę. Ik draag een paarse blouse. |
Alicja ma na sobie czarne buty. Alice draagt zwarte laarzen. |
Ona ma na sobie parę dżinsów. Zij draagt een spijkerbroek. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 5: Clusteren van woorden
Instructie: Wijs de gegeven woorden toe aan twee categorieën op basis van waar of waarvoor de kleuren voorkomen.
Kolory przedmiotów codziennego użytku
Kolory włosów
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.