Pools A2 module 4: Styl życia (Levensstijl)

Dit is leermodule 4 van 6 van ons Pools A2-syllabus. Elke leermodule bevat 6 tot 8 hoofdstukken.

Volledig leerprogramma: A2

Leerdoelen:

  • Opowiedz o swoim stylu życia (Praat over je levensstijl)
  • Poznaj styl życia teraz i w przeszłości (Ontdek levensstijlen van nu en het verleden)

Hoofdstukken (7)

Hoofdstuk Leerdoelen Lesmaterialen Acties
A2:25 Higiena osobista (Persoonlijke hygiëne)
Leermodule 4 (A2): Styl życia (Levensstijl)
  • Porozmawiaj o produktach higienicznych i rutynach. (Praat over hygiëneproducten en -routines.)
  • Wyjaśnij, jakie produkty higieniczne chcesz w sklepie. (Leg uit welke hygiëneproducten je in de winkel wilt.)

Woordenschat en oefeningen

A2:26 Lekcje związane z hobby (Hobbylessen)
Leermodule 4 (A2): Styl życia (Levensstijl)
  • Wyszukiwanie i znajdowanie prywatnych zajęć. (Zoek en vind privélessen.)
  • Zapisz się do lokalnej akademii zgodnej z twoimi zainteresowaniami. (Schrijf je in bij een lokale academie van jouw interesse.)

Woordenschat en oefeningen

A2:27 Jedzenie na wynos (Afhaalmaaltijden)
Leermodule 4 (A2): Styl życia (Levensstijl)
  • Poproś o konkretne menu. (Vraag om een specifiek menu.)
  • Zamów jedzenie na wynos. (Bestel afhaalmaaltijden.)

Woordenschat en oefeningen

A2:28 Zdrowa żywność i nawyki (Gezonde voeding en gewoontes)
Leermodule 4 (A2): Styl życia (Levensstijl)
  • Porozmawiaj o swojej diecie i zdrowych lub niezdrowych nawykach. (Praat over je dieet en (on)gezonde gewoontes.)
  • Zaplanuj swoje tygodniowe menu. (Plan je wekelijkse menu.)

Woordenschat en oefeningen

A2:29 (Zrównoważony) transport ((Duurzaam) vervoer)
Leermodule 4 (A2): Styl życia (Levensstijl)
  • Porozmawiaj o rodzajach transportu w mieście. (Praat over de soorten vervoer in de stad.)
  • Omów różne rodzaje transportu. (Bespreek verschillende soorten transport.)

Woordenschat en oefeningen

A2:30 Style ubioru i moda (Kledingstijlen en mode)
Leermodule 4 (A2): Styl życia (Levensstijl)
  • Opowiedz o swoim ulubionym stroju. (Praat over je favoriete outfit.)
  • Opisz swój strój i styl modowy. (Beschrijf je outfit en mode.)

Woordenschat en oefeningen

A2:31 Ćwiczenia i styl życia (Oefening en levensstijl)
Leermodule 4 (A2): Styl życia (Levensstijl)
  • Omów korzyści płynące z ćwiczeń fizycznych i sportu. (Bespreek de voordelen van lichaamsbeweging en sporten.)
  • Opowiedz o swoich codziennych ćwiczeniach (Praat over je dagelijkse bewegingsroutines)

Woordenschat en oefeningen