A1.17: Koken en bakken

Gotowanie i pieczenie

Woordenschat (1)

 Gotować (koken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Gotować

Show

Koken Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Wyjaśnij każdy krok pieczenia naleśników. (Leg elk stadium van het pannenkoeken bakken uit.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Należy rozpuścić masło.

Het is noodzakelijk om de boter te koken.

Musimy dodać masło i cukier.

We moeten de boter en de suiker toevoegen.

Musisz dodać olej i masło do mieszanki.

Je moet de olie en de boter aan het mengsel toevoegen.

Musisz wymieszać jajka, mleko i sól.

Je moet de eieren, de melk en het zout mengen.

Usmaż naleśniki na patelni.

Bak de pannenkoeken in de pan.

Zjedz naleśniki, smacznego!

Eet de pannenkoeken, smakelijk eten!

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
obiad dla | Muszę ugotować | dzisiaj wieczorem. | mojej rodziny
Muszę ugotować obiad dla mojej rodziny dzisiaj wieczorem.
(Ik moet vanavond het avondeten voor mijn gezin koken.)
2.
kupić | Czy | możesz | gotowania? | do | warzywa
Czy możesz kupić warzywa do gotowania?
(Kun je groenten kopen om te koken?)
3.
obiad. | na | zupę | Gotuję | pomidorową
Gotuję zupę pomidorową na obiad.
(Ik kook tomatensoep voor het avondeten.)
4.
chleb | samodzielnie | w | domu. | piec | Powinniśmy
Powinniśmy piec chleb samodzielnie w domu.
(We zouden zelf thuis brood moeten bakken.)
5.
zaczynasz | której | godzinie | gotować | kolację? | O
O której godzinie zaczynasz gotować kolację?
(Hoe laat begin je het avondeten te koken?)
6.
dobrze i | ryż. | Nie zapomnijmy | długo gotować
Nie zapomnijmy dobrze i długo gotować ryż.
(Laten we niet vergeten de rijst goed en lang te koken.)

Oefening 4: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Muszę kupić świeże warzywa, bo chcę ugotować obiad. (Ik moet verse groenten kopen, want ik wil het avondeten koken.)
Zawsze gotuję z użyciem świeżych ziół. (Ik kook altijd met verse kruiden.)
Nie zapomnij dodać soli do gotującej się zupy. (Vergeet niet zout toe te voegen aan de soep die kookt.)
Po pracy chcę upiec pyszne ciasto z owocami. (Na het werk wil ik een heerlijke taart met fruit bakken.)

Oefening 5: Clusteren van woorden

Instructie: Sleep woorden naar de juiste categorie: ingrediënten die nodig zijn om te koken of handelingen die te maken hebben met koken en bakken.

Składniki do gotowania

Czynności związane z gotowaniem i pieczeniem

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏