Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Opisz obrazki i porównaj je. (Beschrijf de afbeeldingen en vergelijk ze.)
- Zapytaj innych, co wolą. Mniejsze czy większe samochody, .... ? (Vraag de anderen wat ze liever hebben. Kleinere of grotere auto's, .... ?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Ten samochód jest mały i stary. Deze auto is klein en oud. |
Ten samochód jest większy i nowszy. Die auto is groter en nieuwer. |
Chłopcy noszą szersze spodnie. De jongens dragen bredere broeken. |
Jaki samochód preferujesz? Welke auto heb je liever? |
Wolę mniejsze, ale bardziej nowoczesne auto. Ik geef de voorkeur aan een kleinere maar modernere auto. |
Wolę stare samochody. Ik geef de voorkeur aan oude auto's. |
Ulica jest bardzo wąska. De straat is erg smal. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 5: Clusteren van woorden
Instructie: Wijs de onderstaande woorden toe aan twee categorieën die verband houden met vormen en voorwerpen, om hun gebruik beter te onthouden.
Kształty geometryczne
Przedmioty codziennego użytku
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.