Pools A1.27: Vormen en figuren

Kształty i formy

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Opisz obrazki i porównaj je. (Beschrijf de afbeeldingen en vergelijk ze.)
  2. Zapytaj innych, co wolą. Mniejsze czy większe samochody, .... ? (Vraag de anderen wat ze liever hebben. Kleinere of grotere auto's, .... ?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Ten samochód jest mały i stary.

Deze auto is klein en oud.

Ten samochód jest większy i nowszy.

Die auto is groter en nieuwer.

Chłopcy noszą szersze spodnie.

De jongens dragen bredere broeken.

Jaki samochód preferujesz?

Welke auto heb je liever?

Wolę mniejsze, ale bardziej nowoczesne auto.

Ik geef de voorkeur aan een kleinere maar modernere auto.

Wolę stare samochody.

Ik geef de voorkeur aan oude auto's.

Ulica jest bardzo wąska.

De straat is erg smal.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 4: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Toon vertaling
Kwadrat ma cztery jednakowe krawędzie i jest bardzo regularny.
Lubię okrągłe talerze, bo są ładne i praktyczne.
Trójkąt ma trzy boki i często widzimy go w znakach drogowych.
Prostokąt to kształt, który ma dwie dłuższe i dwie krótsze strony.

Oefening 5: Clusteren van woorden

Instructie: Wijs de onderstaande woorden toe aan twee categorieën die verband houden met vormen en voorwerpen, om hun gebruik beter te onthouden.

Kształty geometryczne

Przedmioty codziennego użytku

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏