A1.35: Huisvesting en accommodatie

Mieszkalnictwo i zakwaterowanie

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Porozmawiaj z agentem nieruchomości. Jakiego rodzaju zakwaterowanie chcesz wynająć? (Praat met de makelaar. Wat voor soort accommodatie wil je huren?)
  2. Nazwij i opisz rodzaje zakwaterowania na zdjęciach. Pomyśl o cenach. (Noem en beschrijf de soorten accommodaties op de foto's. Denk aan de prijzen.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Czy mogę wynająć willę na weekend? Jest bardzo duża i ma ładny basen.

Kan ik de villa voor het weekend huren? Het is heel groot met een mooi zwembad.

Chcę wynająć pokój w tym hotelu na dwa miesiące.

Ik wil een kamer in dit hotel huren voor twee maanden.

Myślę, że czynsz jest zbyt drogi.

Ik vind de huur te duur.

Wolę wynająć współdzielony pokój, ponieważ jest tańszy.

Ik geef de voorkeur aan het huren van een gedeelde kamer omdat het goedkoper is.

Lubię mieszkać z większą liczbą osób. Chcę więc dzielić mieszkanie, ale chcę mieć własny pokój.

Ik woon graag met meer mensen. Dus ik wil een appartement delen, maar ik wil een eigen kamer.

Szukam domu do wynajęcia razem z moim partnerem.

Ik ben op zoek naar een huis om samen met mijn partner te huren.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
mieszkanie | dostępne? | Czy | jest | to
Czy to mieszkanie jest dostępne?
(Is dit appartement beschikbaar?)
2.
koszty | wynajmu? | są | miesięczne | Jakie
Jakie są miesięczne koszty wynajmu?
(Wat zijn de maandelijkse huurkosten?)
3.
pokoju. | zdjęcia | Chciałbym | zobaczyć
Chciałbym zobaczyć zdjęcia pokoju.
(Ik zou graag foto's van de kamer willen zien.)
4.
szybki | internet? | w | jest | mieszkaniu | Czy
Czy w mieszkaniu jest szybki internet?
(Is er snel internet in het appartement?)
5.
mieszkania? | wprowadzić się | do nowego | Kiedy mogę
Kiedy mogę wprowadzić się do nowego mieszkania?
(Wanneer kan ik in het nieuwe appartement intrekken?)
6.
mogę porozmawiać | najmu? | Z kim | o warunkach
Z kim mogę porozmawiać o warunkach najmu?
(Met wie kan ik praten over de huurvoorwaarden?)

Oefening 4: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Chcę wynająć mieszkanie w centrum miasta. (Ik wil een appartement huren in het centrum van de stad.)
Czy mogę dziś zobaczyć to mieszkanie? (Kan ik dit appartement vandaag bekijken?)
W moim domu jest balkon i mały ogródek. (In mijn huis is een balkon en een kleine tuin.)
Agent powiedział, że czynsz wynosi tysiąc złotych. (De makelaar zei dat de huur duizend złoty bedraagt.)

Oefening 5: Clusteren van woorden

Instructie: Wijs de onderstaande woorden toe aan de juiste categorieën volgens de situaties waarin ze worden gebruikt.

Typy mieszkań i domów

Kontakt z właścicielem lub agencją

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏