Pools A1.34: Huishoudelijke apparaten

Sprzęt gospodarstwa domowego

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Nazwij każde urządzenie i jeśli możesz, powiedz, do czego jest używane. (Noem elk apparaat en, indien mogelijk, waarvoor het wordt gebruikt.)
  2. Które z tych urządzeń zazwyczaj używasz? (Vertel welke van die apparaten je meestal gebruikt.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

W kuchni jest piekarnik.

Er is een oven in de keuken.

W kuchni jest duża lodówka.

Er is een grote koelkast in de keuken.

Odkurzacz jest używany do sprzątania.

De stofzuiger wordt gebruikt om schoon te maken.

Włączasz grzejnik, gdy jest zimno.

Je zet de radiator aan wanneer het koud is.

Używam suszarki, aby szybciej wysuszyć ubrania.

Ik gebruik de droger om mijn kleren sneller te drogen.

Możesz włożyć swoje ubrania do szafy.

Je kunt je kleren in de kledingkast leggen.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 4: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Toon vertaling
Lodówka jest w kuchni i działa bardzo cicho.
Pralka pracuje teraz bo włożyłem ubrania.
Mikrofalówka szybko podgrzewa moje jedzenie na obiad.
Odkurzacz jest zepsuty więc nie mogę sprzątać.

Oefening 5: Clusteren van woorden

Instructie: Wijs de volgende woorden toe aan twee categorieën: keukenapparaten en schoonmaakapparaten.

Urządzenia kuchenne

Urządzenia do sprzątania

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏