Pools A1.37: Jouw huisdieren

Twoje zwierzęta

Gespreksoefening

  1. Nazwij każde zwierzątko na zdjęciu. (Noem elk huisdier op de foto.)
  2. Zapytaj innych, czy mają zwierzę domowe. (Vraag de anderen of ze een huisdier hebben.)
  3. Opisz codzienną opiekę nad swoim zwierzakiem. (Beschrijf de dagelijkse verzorging van uw huisdier.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Widzę psa i kota.

Ik zie een hond en een kat.

Pies biegnie.

De hond rent.

Ten pies siedzi.

Deze hond zit.

Jakie masz zwierzęta domowe?

Welke huisdieren heb je?

Jak często karmisz swojego kota?

Hoe vaak voer je je kat?

Każdego ranka chodzę na spacer z moim psem.

Elke ochtend ga ik wandelen met mijn hond.

Codziennie czyszczę sierść mojego królika.

Ik borstel elke dag het haar van mijn konijn.

...

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Binnenkort beschikbaar...

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏