Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Nazwij każde zwierzątko na zdjęciu. (Noem elk huisdier op de foto.)
- Zapytaj innych, czy mają zwierzę domowe. (Vraag de anderen of ze een huisdier hebben.)
- Opisz codzienną opiekę nad swoim zwierzakiem. (Beschrijf de dagelijkse verzorging van uw huisdier.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Widzę psa i kota. Ik zie een hond en een kat. |
Pies biegnie. De hond rent. |
Ten pies siedzi. Deze hond zit. |
Jakie masz zwierzęta domowe? Welke huisdieren heb je? |
Jak często karmisz swojego kota? Hoe vaak voer je je kat? |
Każdego ranka chodzę na spacer z moim psem. Elke ochtend ga ik wandelen met mijn hond. |
Codziennie czyszczę sierść mojego królika. Ik borstel elke dag het haar van mijn konijn. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.