Woordenschat (1)

 Być (zijn) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ty jesteś studentem.

Show

Jij bent een student. Show

Być

Show

Zijn Show

Gespreksoefening

  1. Opisz narodowość każdej osoby. (Beschrijf de nationaliteit van elke persoon.)
  2. Powiedz, gdzie oni teraz mieszkają. (Zeg waar ze momenteel wonen.)
  3. Powiedz, gdzie mieszkasz. (Vertel waar je woont.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Eero jest z Francji.

Eero komt uit Frankrijk.

Ola pochodzi z Polski i mieszka w Londynie.

Ola komt uit Polen en ze woont in Londen.

Maria jest Hiszpanką.

Maria is Spaans.

Jan pochodzi z Holandii.

Jan komt uit Nederland.

Skąd jesteś?

Waar kom je vandaan?

Gdzie mieszkasz?

Waar woon je?

...

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Aanvullend leermateriaal

Bijlage 1: Uitgebreide vocabulaire tabel

Kernwoordenschat (1): Werkwoorden: 1,

Pools Nederlands
Być Zijn

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏