Pools A1 module 1: Przedstawienie samego siebie (Jezelf voorstellen)

Dit is leermodule 1 van 6 van ons Pools A1-syllabus. Elke leermodule bevat 6 tot 8 hoofdstukken.

Leerdoelen:

  • Przedstaw się i poproś o informacje. (Stel jezelf voor en vraag om informatie.)
  • Zadawanie podstawowych pytań. (Basisvragen stellen.)
  • Podstawowe liczby. (Basiscijfers.)
  • Wprowadzenie do czasowników. (Inleiding tot werkwoorden.)

Lessen (8)

A1:1 Pozdrowienia i pożegnania (Groeten en afscheid)

Leerdoelen

  • Podstawowe powitania i pożegnania. (Basisbegroetingen en afscheidsgroeten.)
  • Rozpoczynanie i kończenie rozmowy. (Een gesprek beginnen en beëindigen.)
  • Poproś o wyjaśnienie. (Vraag om verduidelijking.)

A1:2 Podawanie swojego imienia (Je naam zeggen)

Leerdoelen

  • Podaj swoje imię i zapytaj o imię kogoś innego (Vertel je naam en vraag naar de naam van iemand anders)
  • Tytuły i sposoby zwracania się do ludzi. (Pan, pani,...) (Titels en manieren om mensen aan te spreken. (Meneer, mevrouw,...))
  • Przedstaw się (Stel jezelf voor)

A1:3 Skąd jesteś? (Waar kom je vandaan?)

Leerdoelen

  • Zapytaj kogoś, skąd jest (Vraag iemand waar ze vandaan komen)
  • Podaj swoją narodowość (Zeg je nationaliteit)

A1:4 Liczby i liczenie (Cijfers en tellen)

Leerdoelen

  • Naucz się liczyć (Leren tellen)
  • Liczby od 1 do 100 (Nummers van 1-100)

A1:5 Rodzina (Familie)

Leerdoelen

  • Mówić o członkach rodziny (Praat over familieleden)
  • Opisz członków swojej rodziny (Beschrijf je gezinsleden)

A1:6 Podawanie wieku (Je leeftijd zeggen)

Leerdoelen

  • Pytanie o czyjś wiek (Iemand naar zijn leeftijd vragen)
  • Powiedz, ile masz lat i kiedy masz urodziny (Zeg hoe oud je bent en wanneer je jarig bent)

A1:7 Zawody i studia (Beroepen en studies)

Leerdoelen

  • Opisz swój zawód (Beschrijf je beroep)
  • Zapytaj o czyjś zawód (Vraag naar iemands beroep)
  • Porozmawiaj o nauce (Praat over studies)

A1:8 Adres i dane kontaktowe (Adres en contactgegevens)

Leerdoelen

  • Pytanie o dane kontaktowe i ich podawanie. (Contactgegevens vragen en geven.)
  • Podawanie i pytanie o adresy. (Geven van en vragen naar adressen.)