Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Nazwij pokoje w swoim domu lub mieszkaniu. (Noem de kamers van je huis of appartement.)
- Opisz różne typy domów. (Beschrijf verschillende woningtypes.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Ten dom ma sześć pokoi. Dit huis heeft zes kamers. |
Salon znajduje się na parterze, obok holu wejściowego. De woonkamer bevindt zich op de begane grond, naast de hal. |
Na pierwszym piętrze jest balkon. Er is een balkon op de eerste verdieping. |
Moje mieszkanie ma kuchnię, sypialnię i łazienkę. Mijn appartement heeft een keuken, een slaapkamer en een badkamer. |
Sypialnia ma balkon. De slaapkamer heeft een balkon. |
Szukam mieszkania z jedną sypialnią. Ik ben op zoek naar een eenkamerappartement. |
Czynsz za kawalerkę obejmuje wszystkie miesięczne koszty. De huur voor de studio omvat alle maandelijkse kosten. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 5: Clusteren van woorden
Instructie: Wijs de onderstaande woorden toe aan twee categorieën: delen van het huis en voorwerpen die zich in het huis bevinden.
Części domu
Przedmioty w domu
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.