Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Jakie meble znajdują się w każdym z pokoi? (Welke meubels staan er in elke kamer?)
- Opisz jedno pomieszczenie w swoim mieszkaniu/domu. (Beschrijf een kamer van je appartement/huis.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Toaleta jest blisko zlewu. Het toilet is vlakbij de gootsteen. |
Łóżko znajduje się w salonie. Het bed staat in de woonkamer. |
Obraz znajduje się obok okna. Het schilderij staat naast het raam. |
Pod sofą jest dywan. Er ligt een tapijt onder de bank. |
Lustro wisi na ścianie. De spiegel hangt aan de muur. |
Szafa jest między łóżkiem a biurkiem. De kledingkast staat tussen het bed en het bureau. |
Drzwi są za krzesłem. De deur is achter de stoel. |
Sofa stoi przed oknem. De bank staat voor het raam. |
Lampa jest na stole w salonie. De lamp staat op de tafel in de woonkamer. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 5: Clusteren van woorden
Instructie: Sleep de woorden naar de juiste categorieën om ze te groeperen op basis van de plaats waar je ze meestal tegenkomt.
Meble w salonie
Meble w sypialni
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.