Gespreksoefening

  1. Jakie meble znajdują się w każdym z pokoi? (Welke meubels staan er in elke kamer?)
  2. Opisz jedno pomieszczenie w swoim mieszkaniu/domu. (Beschrijf een kamer van je appartement/huis.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Toaleta jest blisko zlewu.

Het toilet is vlakbij de gootsteen.

Łóżko znajduje się w salonie.

Het bed staat in de woonkamer.

Obraz znajduje się obok okna.

Het schilderij staat naast het raam.

Pod sofą jest dywan.

Er ligt een tapijt onder de bank.

Lustro wisi na ścianie.

De spiegel hangt aan de muur.

Szafa jest między łóżkiem a biurkiem.

De kledingkast staat tussen het bed en het bureau.

Drzwi są za krzesłem.

De deur is achter de stoel.

Sofa stoi przed oknem.

De bank staat voor het raam.

Lampa jest na stole w salonie.

De lamp staat op de tafel in de woonkamer.

...

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Binnenkort beschikbaar...

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏