Pools A1.33: Servies

Zastawa stołowa

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Poproś o podanie dowolnego przedmiotu, którego potrzebujesz. (Vraag om een item dat je nodig hebt door te geven.)
  2. Wymień wszystkie naczynia stołowe i ich zastosowanie. (Noem al het serviesgoed en het gebruik.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Miska z cukrem jest na stole.

De schaal met suiker staat op de tafel.

Łyżka jest w misce.

De lepel is in de kom.

Czy możesz położyć obrus na stole?

Kun je het tafelkleed op de tafel leggen?

Szklanka jest wypełniona sokiem pomarańczowym.

Het glas is gevuld met sinaasappelsap.

Talerz jest wypełniony rogalikami.

Het bord is gevuld met croissants.

Możesz podać mi szklankę wody?

Kun je me een glas water aangeven?

Chcesz filiżankę kawy czy filiżankę herbaty?

Wil je een kopje koffie of een kopje thee?

Widelec, nóż i łyżka są obok talerza.

De vork, het mes en de lepel liggen naast het bord.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 4: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Toon vertaling
Potrzebujemy talerze i sztućce na obiad dla gości.
Postaw na stole czyste szklanki do napojów.
Dziś przygotuję ładny obrus i świeczki na stół.
Rozłóż łyżki i widelce obok talerzy na stole.

Oefening 5: Clusteren van woorden

Instructie: Wijs de woorden toe aan de juiste categorieën die te maken hebben met het dekken van de tafel en eten, om hun betekenis beter te onthouden.

Przedmioty do nakrywania stołu

Napoje i sposób podawania

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏