A1.5: Familie

Rodzina

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Opisz wskazane relacje między członkami rodziny. (Beschrijf de aangegeven relaties tussen de familieleden.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Juliette jest żoną Marka.

Juliette is de vrouw van Mark.

Alexis i Louise są dziadkami Anny.

Alexis en Louise zijn de grootouders van Anna.

Marco jest synem Birgit i Stephana.

Marco is de zoon van Birgit en Stephan.

Chłopiec i dziewczyna są rodzeństwem.

De jongen en het meisje zijn broer en zus.

Caitlin jest matką dwóch dziewczynek.

Caitlin is de moeder van twee meisjes.

Dziewczyna ma dwóch braci.

Het meisje heeft twee broers.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
w | jest | rodzinie? | twojej | osób | Ile
Ile osób jest w twojej rodzinie?
(Hoeveel mensen zijn er in jouw gezin?)
2.
jedną | siostrę. | i | Mam | dwóch | braci
Mam dwóch braci i jedną siostrę.
(Ik heb twee broers en één zus.)
3.
tata | Mój | pracuje | szkole. | w
Mój tata pracuje w szkole.
(Mijn vader werkt op een school.)
4.
mama | lubi | gotować | rodziny. | dla | Moja
Moja mama lubi gotować dla rodziny.
(Mijn moeder kookt graag voor het gezin.)
5.
dzieci? | Czy | masz
Czy masz dzieci?
(Heb je kinderen?)
6.
zżyta. | Moja rodzina | duża i | jest bardzo
Moja rodzina jest bardzo duża i zżyta.
(Mijn familie is heel groot en hecht.)

Oefening 4: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Moja rodzina jest duża i bardzo zżyta. (Mijn familie is groot en heel hecht.)
Mam dwie siostry i jednego brata. (Ik heb twee zussen en één broer.)
Czy masz dzieci? Ja mam jedno dziecko. (Heb je kinderen? Ik heb één kind.)
Moja mama lubi gotować dla całej rodziny. (Mijn moeder kookt graag voor het hele gezin.)

Oefening 5: Clusteren van woorden

Instructie: Wijs de onderstaande woorden toe aan de juiste categorieën, afhankelijk van over wie we het in de familie hebben.

Najbliższa rodzina

Rozszerzona rodzina

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏