Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Podaj imię i wiek każdej osoby na obrazie. (Zeg de naam en de leeftijd van elke persoon op de afbeelding.)
  2. Powiedz, ile masz lat. (Zeg je eigen leeftijd.)
  3. Zapytaj innych o ich wiek. (Vraag de anderen naar hun leeftijd.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Kobieta ma na imię Hannah i ma trzydzieści dwa lata.

De naam van de vrouw is Hannah en ze is tweeëndertig jaar oud.

Dziewczyna ma siedemnaście lat.

Het meisje is zeventien jaar oud.

Dziecko ma sześć lat.

Het kind is zes jaar oud.

Babcia ma osiemdziesiąt dziewięć lat.

De grootmoeder is negenentachtig jaar oud.

Mam trzydzieści lat.

Ik ben dertig jaar oud.

Ile masz lat?

Hoe oud ben jij?

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 4: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Toon vertaling
Ile masz lat?
Mam dwadzieścia pięć lat.
Moje urodziny są w lipcu.
Kiedy masz urodziny?

Oefening 5: Clusteren van woorden

Instructie: Wijs woorden toe aan de juiste categorieën op basis van de situaties waarin je ze gebruikt.

Informacje o wieku i życiu

Pytania i zwroty o wiek

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏